(English version below)
Geachte Raad van Toezicht,
Voor de derde keer in anderhalf jaar tijd is er een #MeToo-schandaal aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) aan het licht gekomen door zorgvuldig onderzoek van het NRC Handelsblad. Een hoogleraar bij Arbeidsrecht, een docent bij Boek en Papier en een andere docent bij Franse Taal en Cultuur – allemaal hebben zij studenten betast en maakten pornografische en seksistische opmerkingen. Seksuele intimidatie is een van de meest vernederende vormen van sociale onveiligheid, waar mensen in gemarginaliseerde posities het zwaarst door getroffen worden. Deze crisis van de sociale veiligheid aan de UvA kan niet worden aangepakt zonder dat bestuurders hun verantwoordelijkheid nemen. Echter, juist de universitaire bestuurders met de meeste verantwoordelijkheid hebben dermate ernstig gefaald in het creëren van een veilige universiteit dat ons vertrouwen in hen verdwenen is.
De UvA heeft structurele verandering nodig op het gebied van sociale veiligheid. De huidige bestuurders hebben laten zien dat zij niet in staat zijn om deze structurele veranderingen te bewerkstelligen. De tijd is gekomen dat de Raad van Toezicht van de UvA zijn eigen verantwoordelijkheid neemt.
Falen van het UvA-systeem van sociale veiligheid
Hoewel Geert ten Dam, voorzitter van het College van Bestuur, eind augustus nog garandeerde “dat elke melding of klacht zorgvuldig onderzocht wordt” is het allang bekend dat dit niet het geval is. In 2016 stelde de Diversiteitscommissie al dat er op de UvA geen “veilige en efficiënte procedures” bestaan rondom discriminatie. De aanbevelingen van deze commissie, bijvoorbeeld om een ombudsfunctie in te richten die buiten de academische hiërarchie opereert, zijn niet of zeer summier overgenomen. In 2020 deed de commissie sociale veiligheid (ingesteld in reactie op het schandaal bij Boek en Papier) soortgelijke vaststellingen: de aanpak van sociale veiligheid en de klachtenprocedure zijn verre van toereikend. Zo opereert de, pas na het schandaal bij Arbeidsrecht aangestelde, ombudsfunctionaris niet voldoende onafhankelijk van het College van Bestuur – wat afwijkt van de Wet Nationale Ombudsman. Ook leent de klachtencommissie zich niet “voor klachten op het gebied van sociale veiligheid” onder andere omdat de commissie geen “eigen aanvullend onderzoek” kan doen.
Van de 248 meldingen die tussen 2016 en 2018 bij vertrouwenspersonen gedaan zijn over grensoverschrijdend gedrag, hebben er slechts vijf tot een officiële klacht geleid. Tussen 2017 en 2019 zijn er slechts 18 van de 144 klachten in behandeling genomen door de klachtencommissie. Het is een pijnlijk feit dat het aantal meldingen naar alle waarschijnlijkheid een grove onderschatting zal zijn van de daadwerkelijke cijfers: in 2015/2016 gaf maar liefst 39% van respondenten aan niet serieus genomen te worden bij het melden van discriminatie (Diversiteitsrapport, 2016). Deze wassen neus maakt dat daders ongestraft hun gang blijven gaan, terwijl slachtoffers naar de krant moeten met een noodkreet om een einde te maken aan traumatische praktijken. Het NRC is in feite onze ombudspersoon geworden.
Bestuur met macht maar zonder verantwoordelijkheid
Het bestuur van de UvA neemt geen verantwoordelijkheid voor het eigen falen, zelfs bij herhaaldelijk en publiek bewijs voor eclatante tekortkomingen van individuele bestuurders. Drie artikelen in NRC hebben aangetoond dat de verantwoordelijke bestuurders pas noodzakelijke maatregelen namen onder druk van buiten: een keer doordat een hoogleraar Rechten bij een andere universiteit een heel dossier had gebouwd, twee keer door de publicatie van een NRC-artikel.
Zelfs de publieke druk leidt echter zelden tot een besef van het eigen falen. Zo beschuldigde de decaan van de Rechtenfaculteit op het NOS-journaal een vertrouwenspersoon onterecht van “onaanvaardbaar” handelen, werd het NRC-onderzoek bij Boek en Papier “zeer onevenwichtig” genoemd en werden de uitkomsten intern in twijfel getrokken. Het waren echter de bestuurders zelf die verzuimden om onderzoek uit te laten voeren na de diverse #MeToo-meldingen bij de opleiding Frans. Ook werd een open discussie in stafvergaderingen actief tegengehouden door sommige afdelingsvoorzitters. Nadat de commissie sociale veiligheid de verslaggeving van het NRC geheel heeft bevestigd verdween de UvA-reactie over de “onevenwichtige” verslaggeving van de UvA website naar een onvindbare plek.
Wij stellen vast dat er sprake is van pestgedrag naar medewerkers, victim blaming, het creëren van een onveilige werksfeer en het manipuleren van het publieke archief door nota bene UvA-bestuurders zelf.
Bestuur zonder vertrouwen
Er kan geen vertrouwen zijn in een bestuur dat zijn verantwoordelijkheid niet neemt. De ASVA studentenunie, de Facultaire Studentenraad der Geesteswetenschappen en Centrale Studentenraad hebben daarom recent het vertrouwen in de decaan Fred Weerman opgezegd. De Ondernemingsraad van de Faculteit der Geesteswetenschappen verzocht het bestuur afgelopen juli al “zichzelf ernstig af te vragen of zij de aangewezen personen zijn” om “een omgeving van vertrouwen en veiligheid te creëren”. En het recente rapport Sociale Veiligheid concludeerde dat Fred Weerman onvoldoende blijk heeft “gegeven zorg te hebben gehad voor de sociale veiligheid van de studenten Boek & Papier”. Met de laatste publicatie in het NRC en de daaropvolgende bestuurlijke reacties is een voorlopig hoogtepunt bereikt. Opnieuw mochten medewerkers en studenten in de krant lezen dat hun decaan het niet noodzakelijk vond om onderzoek in te stellen over seksuele intimidatie door een docent, zelfs nadat
- de klachtencommissie een klacht hierover deels gegrond had verklaard en bekend was geworden dat er ook andere meldingen over dezelfde docent waren geweest;
- de klachtencommissie én het College van Bestuur de decaan hadden aanbevolen om onderzoek hierover te laten doen;
- de gebrekkige procedures rond sociale veiligheid bij de Faculteit der Geesteswetenschappen alle aandacht hadden kregen door de publicatie van het NRC-artikel in juni.
Alweer moeten we uit het NRC-artikel concluderen dat pas het vooruitzicht van diens publicatie ervoor zorgde dat de decaan overging tot onderzoek. Alweer ontkent de decaan zijn individuele verantwoordelijkheid en verschuilt zich achter collectieve statements met alle afdelingsvoorzitters.
Onze eisen
De academische hiërarchie legt veel macht bij het College van Bestuur en de decanen. Deze problematische concentratie van macht verliest alle legitimiteit als zij niet gepaard gaat met het nemen van verantwoordelijkheid door individuele bestuurders. Volgens het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren faciliteert de hiërarchische structuur van universiteiten seksuele intimidatie zonder meer. De verantwoordelijke bestuurders weigeren echter te erkennen dat de sterke machtsconcentratie bij enkelen deel is van het probleem.
Fred Weerman is eindverantwoordelijk voor het feit dat de Faculteit der Geesteswetenschappen twee keer spectaculair heeft gefaald om klachten over seksuele intimidatie voldoende serieus te nemen en te onderzoeken.
Het College van Bestuur is eindverantwoordelijk voor het inrichten van een volstrekt ontoereikend systeem van sociale veiligheid aan de UvA, en voor het in stand houden hiervan, zelfs na drie grote schandalen.
We hebben geen vertrouwen meer dat de problemen door het bestaande bestuur kunnen worden opgelost en eisen daarom van de Raad van Toezicht van de UvA om er zorg voor te dragen dat:
- Fred Weerman opstapt als decaan en er een nieuwe FGw-decaan verkozen wordt door de leden van de academische gemeenschap. Dit is nodig om een bewezen integere bestuurder aan te stellen die even verantwoordelijk is tegenover medewerkers en studenten als tegenover het College van Bestuur;
- het systeem van sociale veiligheid, inclusief de klachtencommissie, opnieuw wordt ingericht met onder andere Diversity Officers, Vertrouwenspersonen en een Ombudspersoon die geheel onafhankelijk van het College van Bestuur en de decanen kunnen opereren;
- bij deze herinrichting van het systeem van sociale veiligheid de studenten- en ondernemingsraden minstens even grote zeggenschap hebben als het College van Bestuur. In het verleden zijn de adviezen van de medezeggenschap te vaak genegeerd.
Het College van Bestuur en de decanen waren niet in staat om voor deze urgente veranderingen te zorgen. Onze laatste hoop is dat de Raad van Toezicht nu ingrijpt.
Met vriendelijke groet,
ReThink UvA
SOS UvA
University of Color
ASVA Studentenunie
Humanities Rally
Actiegroep wangedrag #ElkeStudentVeilig
Facultaire Studentenraad der Geesteswetenschappen
Facultaire Studentenraad der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
Facultaire Studentenraad der Geneeskunde
Centrale Studentenraad
Our Bodies Our Voice
(English version)
Put an end to #MeToo scandals at the University of Amsterdam!
Open letter to the Board of Supervisors (Raad van Toezicht) of the
University of Amsterdam
Dear Supervisory Board,
For the third time in a year and a half, a #MeToo scandal at the University of Amsterdam (UvA) has come to light following careful investigation by the NRC Handelsblad newspaper. A professor of Employment Law, a lecturer in the Book & Paper program, and another lecturer in French Language and Culture – who groped students and made pornographic and sexist comments. Sexual harassment is one of the most humiliating forms of social insecurity, which affects those in marginalized positions the most. This crisis of social safety at the UvA cannot be addressed without administrators taking responsibility. However, the very university administrators with the most responsibility have utterly failed in creating a safe university that our trust in them has disappeared.
The UvA needs a structural change for its handling of social safety. The current administrators have shown that they are incapable of making these structural changes. The time has come for the UvA Supervisory Board (RvT) to take responsibility.
Failure of the UvA’s system of social safety
Although Geert ten Dam, chair of the Executive Board, still guaranteed at the end of August 2020 “that every report or complaint is carefully investigated”, it has long been known that this is not the case. In 2016, the Diversity Committee already stated that there are no “safe and efficient procedures” around discrimination at the UvA. The committee’s recommendations, for example to establish an ombuds officer function that operates outside of the academic hierarchy, have not been adopted, or have been adopted very summarily. In 2020, the committee on social safety (established in response to the scandal in the Book & Paper program) made similar observations: the approach to social safety and the complaints procedure are far from adequate. For example, the ombuds officer, appointed only after the scandal at the department of Employment Law, does not operate sufficiently independently of the Executive Board – which deviates from the National Ombudsman Act – and the Complaints Committee does not “lend itself to social safety complaints”, in part because the committee cannot conduct “its own additional investigation.”
Of the 248 reports made to confidential advisors for undesirable behavior between 2016 and 2018, only five resulted in an official complaint. Between 2017 and 2019, only 18 out of 144 complaints were considered by the Complaints Committee. It is a painful fact that the number of reports will in all likelihood be a gross underestimation of the actual figures: in 2015/2016, as many as 39% of respondents said they were not taken seriously when reporting discrimination (Diversity Report, 2016). This farce allows for perpetrators to remain unpunished, while victims have to go to the newspaper with a cry for help to end traumatic practices. The NRC newspaper has effectively become our ombudsperson.
An Executive Board with power but without responsibility
The UvA administration does not take responsibility for its own failures, even in the face of repeated and public evidence of egregious failures of individual managers. Three articles in the NRC newspaper have shown that the responsible directors only took necessary measures under external pressure: once because a law professor at another university had built an entire file, twice by the publication of an NRC article.
Even public pressure, however, rarely leads to an awareness of one’s own failures.
For example, on the NOS news, the UvA’s Dean of the Faculty of Law falsely accused a trustee of acting in an “unacceptable” manner, the NRC investigation at Book and Paper was called “very unbalanced” and the results were questioned internally. However, it was the administrators themselves who failed to have investigations conducted after the various #MeToo reports at the French program. Also, open discussion in staff meetings was actively blocked by some department chairs. After the social safety committee fully confirmed the NRC’s reporting, the UvA response about the “unbalanced” reporting disappeared from the UvA website to an untraceable location.
We conclude that there is bullying behavior towards employees, victim blaming, the creation of an unsafe work atmosphere and manipulation of the public record by the UvA administrators themselves.
An Executive Board without trust
There can be no trust in an administration that does not take its responsibility. The ASVA student union, the Faculty Student Council of Humanities and Central Student Council therefore recently expressed there no confidence in the Faculty of Humanities Dean Fred Weerman. The Works Council of the Faculty of Humanities already asked the administration last July “to seriously ask themselves whether they are the right people” to “create an environment of trust and safety.” And the recent Social Safety Report concluded that Fred Weerman had not shown sufficient “concern for the social safety of the Book & Paper students.”
With the latest publication in the NRC and the subsequent administrative responses, the limit has been reached. Once again, staff and students had to read in a newspaper that their Dean did not find it necessary to investigate sexual harassment by a lecturer:
- even after the Complaints Committee had declared a complaint about this to be partly founded and it had become known that there had been further reports about the same lecturer;
- even after the complaints committee and the Executive Board had recommended to the Dean that an investigation be conducted into the matter; and
- even after the inadequate procedures concerning social safety at the Faculty of Humanities had received all the attention through the publication of the NRC article in June 2020.
Again, we have to conclude from the NRC article that only upon the prospect of the article’s imminent publication was the Dean prompted to take action regarding an investigation. Again, the Dean denies his individual responsibility and hides behind collective statements with all department chairs.
Our demands
The academic hierarchy places a great deal of power in the hands of the Executive Board and the faculty Deans. This problematic concentration of power loses all legitimacy if it is not accompanied by individual administrators taking their responsibility. According to the National Network of Women Professors (LNVH), the hierarchical structure of universities clearly facilitates sexual harassment. However, the administrators responsible refuse to acknowledge that the strong concentration of power among a few is part of the problem.
Fred Weerman is ultimately responsible for the fact that the Faculty of Humanities has twice spectacularly failed in sufficiently taking complaints of sexual harassment seriously and to investigate them.
The Supervisory Board (RvT) is ultimately responsible for putting in place an utterly inadequate system of social safety at the UvA, and for maintaining it even after three major scandals.
We no longer have confidence that the problems can be solved by the existing administration and therefore demand that the UvA Supervisory Board ensure that:
- Fred Weerman resigns as Dean and an election is organized for members of the academic community to appoint a FGw director of proven integrity who is as responsible to staff and students as he is to the Executive Board;
- the system of social safety, including the Complaints Committee, is reorganized with, among others, Diversity Officers, Confidential Advisors and an Ombudsperson who can operate completely independently of the Executive Board and the Deans;
- the Central Student and Works Councils have at least as much say in this reorganization of the system of social safety as the Executive Board. The recommendations of the councils were too often ignored by the Executive Board in the past.
The Executive Board and the Deans were unable to provide these urgent changes. Our last hope is that the Supervisory Board (RvT) will now intervene.
Sincerely,
ReThink UvA
SOS UvA
University of Color
ASVA Studentenunie
Humanities Rally
Actiegroep wangedrag #ElkeStudentVeilig
Facultaire Studentenraad der Geesteswetenschappen
Facultaire Studentenraad der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
Facultaire Studentenraad der Geneeskunde
Centrale Studentenraad
Our Bodies Our Voice