Aan het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam
Amsterdam, 18 juni 2015
Geacht College,
De recente berichtgeving in de media over het declaratiegedrag van leden van uw College, alsmede soortgelijk gedrag in andere delen van het hoger onderwijs, hebben bij medewerkers en studenten van ondergetekende groeperingen tot grote verontwaardiging geleid. Kennelijk zijn bij sommige door het College ingediende declaraties overheidsregels overtreden, maar het gaat om meer dan dat. Het uitblijven van een stevige ontkennende reactie van uw kant en de weinig overtuigende toelichting in de publiciteit maken het er niet beter op.
Terwijl er op faculteiten bezuinigd wordt, slecht behandelde flexwerkers op straat worden gezet, onderzoeksbudgetten voor docenten en promovendi verlaagd of geschrapt worden, en er met minimale middelen een hoger opgelegd rendement moet worden gehaald, wordt in de top van de organisatie met formele (declaratie)normen de hand gelicht en belastinggeld gemorst. Gelden die ten goede zouden moeten komen aan onderwijs en onderzoek vloeien weg, zonder deugdelijke verslaglegging, rechtvaardiging of verantwoording. Wij vinden dit alles verwerpelijk en willen dat er zo snel mogelijk volstrekte duidelijkheid wordt geschapen, over de feiten zelf en over hoe dit kon gebeuren. Wij gaan ervan uit dat de na de Maagdenhuisbezetting ingestelde onafhankelijke Financiële Onderzoekscommissie deze kwestie zal bekijken. Wij vinden het echter ook van belang dat zowel uw College zelf en de Raad van Toezicht volledige opening van zaken geeft en aan de academische gemeenschap en aan de samenleving verantwoording aflegt.
Voor ons gaat het overigens bij deze kwesties niet om willekeurige of toevallige incidenten. Velen van ons ergeren zich al jaren over de opkomst van een bobo- en jetsetcultuur in het hoger onderwijs. Mee met delegaties van bedrijfsleven, burgemeester (minister) en politiek op promotietrips naar verre landen. Chique bijeenkomsten met bestuurders van andere tot ‘ondernemingen’ omgebouwde publieke universiteiten. Het kost handen vol geld, terwijl kernzaken van de universiteit worden af- en uitgeknepen. Het sluit ons inziens nauw aan bij de verschijnselen als vastgoedspeculatie, new public management, flexibilisering van werk via uitzendconstructies, hiërarchisering en kwaliteitsverlies. Dit zijn de verschijnselen waartegen wij eerder tijdens de Maagdenhuisbezetting en andere acties krachtig strijd hebben gevoerd. Het zijn verschijnselen die helaas ook breder in de publieke sector voorkomen en tot grote maatschappelijke spanningen zorgen, maar die ook tot brede steun geleid hebben voor het democratiseringsproces dat we nu juist samen en in overleg met u proberen te starten.
Wat ons betreft moet het dus duidelijk zijn dat:
(1) Aan ongeoorloofd en ongepast declareergedrag onmiddellijk en met terugwerkende kracht een einde wordt gemaakt met correcties en waar nodig uiteraard sancties;
(2) Uw College volledige openheid dient te geven over wat is gebeurd aan de Financiële Commissie, en ook meer in het algemeen aan ons en het publiek hoe e.e.a. mogelijk is geweest en hoe er zal worden gecorrigeerd;
(3) Uw College en de RvT exclusief verantwoordelijk zijn voor wat hier is gebeurd en niet de universiteit of de academische gemeenschap;
(4) Toekomstig ‘extern’ beleid strikt gebonden zal worden aan democratische besluitvorming en controle binnen de instelling in dienst van onderwijs- en onderzoeksbelangen.
Gaarne vernemen wij uw visie op het bovenstaande, op schrift dan wel in een bijeenkomst in de hal van het Maagdenhuis, waartoe u onlangs de mogelijkheid hebt gecreëerd. Wij nodigen u voor een dergelijke bijeenkomst van harte uit.
Hoogachtend,
ReThink UvA, Humanities Rally, University of Colour, De Nieuwe Universiteit