Het is inmiddels een maand en twee dagen geleden dat ik het maagdenhuis binnenstapte voor de eerste meeting van het toen nog naamloze Rethink UvA. Enigszins huiverig voor de ongewassen hippies die ik dacht aan te treffen, wachtte ik rustig af hoe de eerste staff meeting zou verlopen. Ik was nieuwsgierig, maar ook een tikkeltje sceptisch. Het is niet fraai om toe te geven, maar natuurlijk had ik vooroordelen: vooral over de actievoerster met een ‘wij stoppen steenkool’ trui. Mensen in hokjes plaatsen maakt deze ingewikkelde wereld nog enigszins overzichtelijk, dus het opgeven van stereotype beelden kan een hoop chaos veroorzaken. Gelukkig werden mijn vooroordelen al snel ontkracht. Hier zaten mensen met goede ideeën. Mensen die daadwerkelijk een ‘nieuwe’ universiteit willen en hun ideeën direct in de praktijk brengen. Bovendien was ik blij verrast toen ik niet alleen medewerkers van de faculteit geesteswetenschappen zag, maar ook van andere faculteiten en zelfs van andere universiteiten. Ik probeerde me niet te veel te mengen in de discussie, want ik had nog geen duidelijk idee van wat er precies speelde en wat de concrete problemen/standpunten waren.
Tot op de dag van vandaag zijn de exacte problemen en de daarbij behorende oplossingen voor velen (en soms ook voor mij) nog steeds niet duidelijk. Wat mij die eerste staff meeting wel duidelijk werd, is dat er een breed gevoel van onvrede leeft en dat er een (steeds groter wordende) groep mensen bereid is om daar op een positieve wijze verandering in te brengen. Tijdens die eerste bijeenkomst wilde ik eigenlijk niks zeggen, maar ik kon mijn mond niet houden (zie Scholz voor nadere uitleg van dit proces, 2015). Samen met een paar anderen benadrukte ik het belang van een media werkgroep om het momentum vast te houden, en van het een kwam het ander. Die zaterdag en zondag heb ik samen met vele anderen spontaan mijn hulp aangeboden en gedaan wat ik kon. In de loop van de zondag hoorde ik iemand in de wandelgangen zeggen dat jezelf onmisbaar maken het slechte is wat je in een protestbeweging kunt doen. Vanaf dat moment heb ik geprobeerd niet al te veel taken op me te nemen. Helaas werd ik, zoals velen, overspoeld door het enthousiasme dat in het Maagdenhuis hangt, wat het lastig maakt om een stapje terug te doen. Na een paar dagen bleek echter dat er allang een mediateam binnen De Nieuwe Universiteit was, maar dat de initiatiefnemers van het mediateam allemaal ziek waren geworden omdat ze al dagenlang non-stop hadden gewerkt. Na dat eerste weekend heb ik dan ook voornamelijk vanaf de zijlijn geholpen. Dit hield in dat ik, na jaren weerstand, toch maar ben gaan Twitteren en mijn eigen Facebook ben gaan overspoelen met berichten over de ontwikkelingen binnen het Maagdenhuis, de UvA, en daarbuiten.
In de afgelopen weken heb ik veel verschillende meningen langs zien en horen komen over de protestbeweging(en). Maar ik kreeg voornamelijk de volgende vragen: wat willen de Maagdenhuis bezetters, De Nieuwe Universiteit en Rethink UvA nu eigenlijk? Waar gaat het over? En waar gaat het heen? Casper Thomas heeft daar in de eerste week een passend antwoord op geformuleerd (Thomas, 2015): “Op de UvA stellen de studenten hun eisen vooral in algemeenheden: meer inspraak, onderwijs en onderzoek boven winst. Voor de rest is er vooral een programma ex negativo: geen rendementsdenken, geen grote veranderingen bij de geesteswetenschappen. Toch zou het verkeerd zijn om meteen meer van ze te verlangen. Dat gebeurde ook toen Occupy werd weggezet omdat het geen concreet programma zou hebben. Het punt is juist dat hedendaagse protestbewegingen hun alternatief gaandeweg bedenken. Dat denken over hoe de UvA anders in te richten gaat in het Maagdenhuis volledig in het openbaar en met het aanhoren van iedereen. Dat is langzaam, maar wel practicing what you preach. […] De botsing op de UvA staat model voor de grote ideologische strijd van deze tijd. Die gaat over de grondslagen waarop instituten gebaseerd zijn, of dat nu het zorgstelsel, de banken of een universiteit betreft. In een eerdere tijd vielen de kampen grofweg uiteen in socialisten (staat!) en liberalen (markt!), maar die negentiende-eeuwse indeling past niet bij de 21ste-eeuwse situatie. De nieuwe etiketten moeten nog geschreven worden en dat is precies een teken dat de samenleving ingrijpend aan het veranderen is.”
UvA alumni Coen Simon gaf anderhalf jaar geleden in een interview (in het Maagdenhuis!) al het volgende antwoord (Blussé,2013): “… Het is eigenlijk de keerzijde van het succes van de wetenschap. De wetenschap kan zoveel, en dat merken we de hele dag door. Ons leven is totaal omgeven door technologie, voortgebracht door de wetenschap. Bovendien, als je iets wilt weten, dan kom je er al gauw achter dat allerlei wetenschappers er al heel lang mee bezig zijn. Je kunt je kont niet keren of er is wel een professor voor. Dat succes van de technologie en het feit dat er zoveel kennis geproduceerd wordt, maakt dat we lui worden in ons eigen oordeel — we verwachten dat elke vraag die we hebben wel ergens door iemand wetenschappelijk opgelost wordt. De deskundigheid over het alledaagse leven is in handen gekomen van de wetenschap.” In datzelfde interview pleitte Coen Simon voor een grondige schoonmaak in de wetenschap: “‘Ik weet dat als ik mijn huis opruim, mijn huis toch weer een troep zal worden. Dat wil niet zeggen dat ik het niet ga opruimen, want ik moet er toch in leven.’ ‘Het is inherent aan een dier dat leeft van cultuur dat je dingen uitbesteedt, en dat dat dan ook soms misgaat. Dat kan niet anders. Maar dat wil niet zeggen dat het niet voornamelijk goed gaat. Zie mijn kritiek op de wetenschap als een grote schoonmaak. Ik hoop dat we daardoor weer helder zien waar we wetenschap wel, en waar we haar niet voor kunnen gebruiken.” Naar mijn mening is dit precies waar De Nieuwe Universiteit en Rethink UvA in het Maagdenhuis op het moment mee bezig zijn: een grote voorjaarsschoonmaak.
Inmiddels zijn veel van de knelpunten en de problemen in kaart gebracht, niet alleen binnen de universiteit en het onderwijs, maar ook binnen andere sectoren (bijv. bankwezen, zorgstelsel, energiesector). De vraag blijft echter: hoe nu verder? Aan de ene kant is er kritiek op het rendementsdenken binnen de universiteit, maar teruggaan naar de academische vrijblijvendheid van enkele decennia geleden lijkt ook niet echt een optie. Een van de belangrijkste kritiekpunten die telkens terugkomt, is het financieringsmodel. Ideaal zou zijn: een gezonde balans tussen input- en output financiering, waarbij keuzes mogen niet alleen op basis van financieel rendement worden gemaakt, maar in de eerste plaats op basis van wetenschappelijk en maatschappelijk belang. Een nobel streven, maar hoe ga je dat in de praktijk bereiken? Zolang er geen praktische oplossingen in zicht zijn, zullen velen sceptisch blijven. Dus hierbij een greep uit mogelijke oplossingen. Niet alleen met betrekking tot de universiteit, en niet alleen met betrekking tot een alternatief financieringsmodel of een andere bestuursvorm. Maar gewoon ideeën, die ik in de afgelopen jaren voorbij heb zien komen, en die wellicht eerste praktische oplossingen kunnen zijn voor structurele problemen. Een willekeurige greep uit mogelijkheden: een bachelor in protesteren, geluk meten i.p.v. rendement, een songfestival systeem bij verkiezingen, een voorkeursstem voor een coalitie, een MBO stage bij een politieke partij, een 15-urige werkweek, een basisinkomen voor iedereen, vaderschapsverlof, verplichte les in zelfkennis en empathie, verplichte deelname aan de nationale sportweek, disco boodschappen, verstoppertje in een warenhuis, verplichte vrijmibo, of misschien zelfs wel een minister van yoga? Het lijken misschien rare ideeën, maar wie weet werkt het wel. Sterker nog, vele van deze ideeën zijn al eens uitgevoerd, en zeker al meerdere malen geopperd. De tijd lijkt nu rijp om de juiste ideeën aan de juiste problemen te matchen. Gelukkig zijn er al een hele hoop mensen mee bezig, onder andere in het Maagdenhuis. Het komt aan op creativiteit, en dat heeft iedereen. Soms duurt het alleen even voordat je het ontdekt.
Afgelopen weken heb ik regelmatig de term academische gemeenschap voorbij horen komen. Volgens mij is dit precies waar de meeste aanhangers van Rethink UvA en De Nieuwe Universiteit naar streven. De academische gemeenschap, de participatiesamenleving, solidariteit – dat vind je in het Maagdenhuis. De bezetters hebben het allang door: samen bereik je meer dan ieder individu op zich, en iedereen is welkom om bij te dragen. Mocht je inmiddels nieuwsgierig zijn geworden – ga dan een keertje kijken in het Maagdenhuis, en oordeel zelf.
Natuurlijk schrijf ik deze blog niet zomaar uit de losse pols. De inzichten en mijn mening tot dusver heb ik te danken aan de Kerstman (Eric Kaplan, 2014) en aan alle anderen die ik wel of niet ontmoet heb, maar die mij wel geïnspireerd hebben om mijn mond open te trekken en mij uiteindelijk zo ver hebben gekregen dat ik dit stuk schrijf. In het bijzonder dank ik de vrouw met de ‘wij stoppen steenkool’ trui – wijze woorden van diehard actievoerster: “Hoe ik hierin gerold ben? Passie? Geen kant-en-klaar antwoord eerlijk gezegd. Ooit ingerold via lgbt en mensenrechten vraagstuk. Nu vooral actief voor antikapitalisme en milieu onderwerpen. We dragen maatschappelijk verantwoordelijkheid voor de gezondheid van onze leefwereld en samenleving. Klagen en tegelijkertijd meedoen, komen we geen stap verder mee. Essentie zit denk ik in een mentaliteitsverandering. We zijn ontzettend verwend geraakt door alle consumptie en zogenaamde luxe die we hebben gekregen. Maar beseffen ons niet dat het systeem dat we daarmee kochten en de grondstofkosten die we maakten onze eigen afgang betekent. Verandering gaat niet plaatsvinden als we de collectieve verantwoordelijkheid niet ervaren en nemen.”
Regelmatig vragen mensen naar mijn mening over de huidige protesten. Vaak durf ik geen antwoord te geven omdat ik (het gevoel heb dat ik) nog niet voldoende geïnformeerd ben, maar met bovenstaande mening ben ik het zeer zeker eens. Als deze ‘wij stoppen steenkool’ actievoerster haar mening durft te uiten door een pand te bezetten, dan durf ik toch zeker wel één keer een blogpost te schrijven? Voor mij is het momentum (voorlopig) voorbij. Ik ga op Twitter vakantie en probeer mijn Facebook spam te minimaliseren. Na een maand betrokken te zijn geweest bij de recente protesten en alle fases van ‘de revolutie’ doorgemaakt te hebben (zie Scholz, 2015; Peironcely, no date) is het weer tijd om mijn individuele verantwoordelijkheid te nemen – voor mijzelf, mijn omgeving en mijn werk. Want mijn proefschrift moet immers nog steeds binnen drie jaar afgerond zijn.
Mochten er vragen of opmerkingen zijn naar aanleiding van dit stuk. Mail dan naar [email protected]. Waarschijnlijk zal ik zelf niet reageren. We werken namelijk in shifts: iedereen mag heel even de baas zijn en dan wordt het stokje weer doorgegeven. Werkt tot nu toe best aardig.
Alvast een vrolijk Pasen!
—————————————————————————————————————————
P.S. Kan iemand dit vertalen naar het Engels? En ook naar het Frans, Duits, Spaans, Indonesisch, Zeeuws, en ga zo maar door. Ik spreek het allemaal een beetje, maar ik heb geen van de talen gestudeerd. Maak er vooral je eigen verhaal van 🙂
Referenties:
- “On the Wonders of Solidarity @Maagdenhuis” by Natalie Scholz, 21 maart 2015.
- “De botsing op de UvA staat model voor de grote ideologische strijd van deze tijd” door Casper Thomas. De Groene Amsterdammer, 4 maart 2015.
- “Coen Simon: Wil af van heilig geloof in de wetenschap” door Julie Blussé, 3 december 2013.
- “Bestaat de Kerstman?” door Eric Kaplan. Nieuw Amsterdam, 2014.
- “How To Avoid PhD Burnout In 10 Minutes” by Julio Peironcely. nextscientist.com
- Kaarten. door Boomerang.